Waarom is het milieuvriendelijker en ethischer om in India te produceren dan in Europa?

Waarom is het milieuvriendelijker en ethischer om in India te produceren dan in Europa?

Tegenwoordig ligt “lokaal” op ieders lippen. Je hoort erover op sociale netwerken, in de marketingcampagnes van merken en distributeurs, maar ook in zogenaamde “greenwashing” -campagnes.

Maar wat betekent “lokaal” en houdt het voor alle sectoren hetzelfde in?

Local: De exacte definitie van “lokaal” leert ons dat het “bijzonder voor een plaats, regio, land” is. In een andere context kan het ook betekenen: “uit een nabije omgeving, meestal de regio, het land, of soms nabijgelegen landen of Europa”. In alle gevallen slaat “lokaal” op “dichtbij de teelt of winning van de grondstoffen”.

Om het concept eenvoudig uit te leggen, maken we de vergelijking met de voedingssector (waar het zinvol is om voor lokale producten te kiezen).

België, bijvoorbeeld, is een grote appelproducent en (met de juiste methode) kunnen appels er maandenlang bewaard worden. Toch kiezen de inkoopcentrales van sommige supermarkten er soms voor om appels te importeren uit Zuid-Afrika en appelsap uit bijvoorbeeld Chili. Dit heeft een enorme – en onnodige- negatieve ecologische impact. Ook de sociale effecten hiervan zijn niet te verwaarlozen. Want sommige Belgische appeltelers moeten hun appels naar Rusland exporteren omdat ze geen kopers in eigen land kunnen vinden. (En dan alleen nog wanneer Poetin Europa geen handelsbeperkingen oplegt als losgeld bij politieke onderhandelingen…)

Eens je dit grotere plaatje ziet, is het overduidelijk dat lokaal dé keuze moet zijn binnen de voedingssector. Het bevorderen van de consumptie van seizoensgebonden en lokaal voedsel, afkomstig van onze boomgaarden, velden en boerderijen, is essentieel is voor het voortbestaan van onze boeren. Zo kunnen ze hun schuldenlast beperken en een waardig leven leiden.

Als lokaal de oplossing is voor de voedingssector, geldt dat dan voor alle sectoren?

Sorry dat we je moeten teleurstellen, maar het antwoord hierop is NEE. Aangezien de verdiensten van lokale productie voornamelijk verband houden met de oorsprong van de grondstof, is dit voor andere sectoren geval per geval te beoordelen. Het hangt dus af van de sectoren en soms zelfs van de assortimenten of producten binnen een sector.

Laten we teruggaan naar ons heet hangijzer: de textielindustrie.

Is het per definitie ethischer om katoenen linnengoed of kledij (al dan niet biologisch) te produceren in België, Frankrijk of Europa?

We moeten je opnieuw teleurstellen of tegen je overtuiging ingaan, maar het antwoord is ook hier NEE. Nou ja, niet altijd, of niet voor alles. It’s complicated… Je moet de tijd nemen om de kwestie goed te ontwarren en begrijpen. En vertrouw vooral niet op wat de social media, mainstream pers of bepaalde merken je willen doen geloven…

Grondstoffen en neokolonialisme

Allereerst is er de kwestie van de neokolonialistische houding. Is het vandaag nog normaal om op zoek te gaan naar een grondstof in een ontwikkelingsland, dat zo goedkoop mogelijk in te kopen (en door sommige merken zelfs op schandalige wijze), die grondstof onbewerkt (katoenbalen) of halfbewerkt (garen of stof) naar Europa te importeren om er waarde aan toe te voegen in kledingfabrieken in onze rijke, ontwikkelde landen?

Is dat niet net wat de voorouders deden in Afrika, Azië en Zuid-Amerika door katoen, goud, mineralen, diamanten, … te stelen of te kopen? Door de slavernij te normaliseren, onder het mom van het prediken van het Goede Woord. Door als afschuwelijke, gewetenloze mensen bloed te vergieten om zichzelf, hun families, hun landen, hun royalty te verrijken. Door zich te ontwikkelen op de kap van de landen in het Zuiden.

Denk je dat moderne slavernij, kinderuitbuiting, het kunstmatig laag houden van de armoedeniveaus en kolonialisme wezenlijk iets anders zijn dan de slavernij van weleer. Of denk je dat die praktijken niet meer bestaan? Als je dat denkt, dan heb je het helaas bij het verkeerde eind. Onze ervaringen en reizen, zowel privé als professioneel, hebben ons de rampzalige gevolgen van het neokolonialisme laten zien. We zijn echter geen extremisten in onze ideeën en we zeggen niet dat het altijd slecht is om grondstoffen uit een zuidelijk land te importeren om er in een noordelijk land iets mee te produceren. Het hangt allemaal af van de context van het geval en de manier waarop het gedaan wordt.

Maar we weerleggen absoluut de bewering dat het ecologischer en ethischer is om katoenproducten (biologisch of conventioneel) in Europa te produceren. Als je alle verschillende aspecten van de textielsector begrijpt, kan je niet anders dan beseffen dat dat een foute overtuiging is.

De transformatie

Dan is er natuurlijk nog de kwestie van de omzetting van katoen in garen, de vervaardiging van ongebleekte stoffen, het verven, afwerken en verpakken (snijden, naaien…) Want ja, in tegenstelling tot andere, meer directe sectoren (cacao, koffie, bananen , …) waar traceerbaarheid eenvoudiger en directer is, heeft de textielsector de extra complexiteit van een lange waardeketen met veel productiestadia of tussenpersonen.

Voor alle duidelijkheid: het is niet ethischer om MADE in France of MADE in België of MADE in Europe te claimen als het kledingstuk daar alleen maar gemaakt wordt. Meestal getuigt dit van onwetendheid en gebrek aan controle over stadia vroeger in de productieketen. Vraag bijvoorbeeld aan Franse merken die beweren “Made in France” te zijn, waar hun katoen vandaan komt. Waar hun garens worden gesponnen. Waar hun materialen worden geweven. De kans is heel groot dat je de naam van een zeer grote regio in de wereld krijgt of een ontwijkend antwoord zoals:

    • “Waarom wil je dat weten?”
    •  of “ Dat is vertrouwelijke informatie die ik niet heb. Dat zal ik moeten uitzoeken.”.

Soms houden ze het op “het Midden-Oosten”. Omdat dit exotisch klinkt en doet dromen van Duizend-en-een-nacht. Vaak omdat ze niet willen toegeven dat het om “Pakistan” gaat, een land dat angstaanjagend klinkt door de link met terrorisme en de slechte pers van de afgelopen 20 jaar. Nochtans is Pakistan de grootste producent van linnen stoffen ter wereld en levert het aan de meeste grote Europese merken. Toch zeker wat betreft conventioneel katoen, omdat ze nog steeds heel weinig biologisch katoen hebben. (Op enkele kleine biologische landbouwprojecten in ontwikkeling na.)

Het is belangrijk om de merken niet op hun woord te geloven en hen te challengen op hun traceerbaarheid en transparantie. Daarom moeten we niet per se de namen van de fabrieken krijgen met wie ze werken. Dat is informatie die ze begrijpelijkerwijs vertrouwelijk willen houden omwille van de concurrentie. Maar een professioneel en eerlijk merk mag nooit weigeren transparant te zijn over de oorsprong en de omstandigheden van alle transformatie- en productiestadia.

De oorsprong

Wat betreft de landen van productie – of meer specifiek de kledingproductie, want dat is waar de mensen het meest in geïnteresseerd zijn- zijn er geen goede en slechte landen. In elk land ter wereld dat textiel produceert, zijn er zeer goede fabrieken, goede fabrieken, middelmatige fabrieken, slechte fabrieken en zeer slechte fabrieken. Of het nu in Azië, China, Bangladesh, Pakistan, India of Sri Lanka is, of het nu in Noord-Afrika, Midden-Amerika of Europa is. We hebben duizenden fabrieken in meer dan 25 landen over de hele wereld bezocht en we hebben alles gezien.

Ook in Europa zijn er sociale problemen en schandalen. Roemeense arbeiders die 182 € per maand verdienen in de EU, Italiaanse steden bevolkt door Chinezen die 30-40 jaar geleden emigreerden en hard werken voor 3 € per uur voor luxemerken of Made in Italy kleding. In Portugal verdient een naaister soms amper 400-450 € per maand en is ze nog genoodzaakt om op 55-jarige leeftijd met het gezin bij de ouders te wonen, omdat het salaris het niet meer toelaat om de huur van een eigen huis te betalen.

In Engeland, in de buitenwijken van Londen, zijn sweatshops waar mensen zonder wettige verblijfsdocumenten werken. In Turkije is het gebruik van Syrische migranten uit humanitaire kampen sinds de oorlog een oplossing geworden om de stijging van de productiekosten door de inflatie van de Turkse lira te compenseren.

In de textielindustrie zijn Made in Europe, Made in France, Made in Belgium, Made in Italy, Made in UK, Made in Turkey … dus helaas geen garantie voor kwaliteit en ethiek. Zoals gezegd: overal is er goed, gemiddeld en slecht. Het enige dat iets zegt over een merk is de situatie van het personeel, de bereidheid om te weten en te controleren zonder een oogje dicht te knijpen, de selectie van de productiefabrieken, de traceerbaarheid en vooral de transparantie. Dit alles is essentieel.

Nu de tweede vraag, die niet minder belangrijk is dan ethiek. Is het ECOLOGISCHER om beddengoed of kledij te produceren in België, Frankrijk of Europa?

Het antwoord is opnieuw NEE … Want nogmaals, het hangt van de omstandigheden af: van de producten, de productiestadia, de grondstoffen, …

Laten we beginnen met vlas (linnen).

Als beddengoed of kleding van linnen wordt gemaakt, wordt meer dan 80% van de vezels in Europa verbouwd. Maar de meeste natte spinnerijen hebben Europa verlaten. Dus tegenwoordig wordt meer dan 80% van de linnen- en hennepvezels in China gesponnen. Het merendeel van het Franse linnen, Normandisch linnen, Belgisch linnen, Nederlands linnen, Europees linnen (Polen en de Baltische Staten) gaat van daar naar China. Jawel, je leest het goed. Het gaat niet om een enkele reis zoals we van de meeste textielproducten tegenwoordig gewend zijn. Het vlas gaat van hier naar China en komt dan terug (dus een heen- en terugreis). Vlas en hennep zijn van nature milieuvriendelijke vezels die geen chemicaliën nodig hebben om te groeien en voldoende hebben aan regenwater. Maar de ecologische impact van spinnen in China is astronomisch en weegt zwaarder door dan de voordelen van de lokale teelt.

Het is echter niet mogelijk om in Europa katoen te verbouwen (behalve een kleine hoeveelheid in Griekenland). Katoen vereist een warm klimaat en weersomstandigheden die in onze regionen ontbreken. Om (biologisch) katoenen kledij te dragen of te slapen in (biologische) katoenproducten, is het daarom noodzakelijk om ofwel het katoen, het garen, de stoffen of de afgewerkte producten te importeren uit landen waar katoen wordt verbouwd.

Badlinnen (handdoeken, gastendoekjes, enz.) zijn badstofproducten die erg volumineus zijn en bijna net zoveel ruimte in een container innemen als ruwe katoen en zeker meer ruimte dan compacte garenklossen. Dus het produceren van (biologisch of conventioneel) katoenen badlinnen in Europa (afgezien van het neokoloniaal kantje) is logisch omdat het de CO2-impact van het importtransport beperkt.

Aan de andere kant, wanneer het over beddengoed (bijv. lakens van biologisch katoen) of compacte kleding (bijv. T-shirts) gaat, is de realiteit heel anders dan die beschreven door sommige “greenwashing”-marketingcampagnes.
De CO2-impact is gemiddeld …

  • 46-58% hoger om een container katoen te importeren dan een container afgewerkte lakens. (door de productieafval van het spinnen, weven, snijden en confectioneren)
  • 21-28% hoger om een container katoengaren te importeren dan een container afgewerkte lakens. (door de productieafval van het weven, snijden en confectioneren)
  • 13-18% hoger om een container met katoenen stofrollen te importeren dan een container met afgewerkte lakens. (door de productieafval van het snijden en confectioneren)

Laat ons het klassieke voorbeeld nemen van een een merk dat zijn katoenen lakens in Portugal produceert met geïmporteerd katoen of garen of stof. Welnu, de CO2-impact van het importeren van de container van deze grondstoffen zijn de percentages zoals hierboven beschreven. Tel daarbij nog het importeren van een afgewerkt product in een haven in Noord-Europa. En de CO2-impact van het wegtransport door Europa (dat 3 tot 4 keer hoger is dan de reis van een zeecontainer van Azië naar een Europese haven).

De CO2-impact van transport wordt berekend in gr CO2/ ton/ km afgelegd en is gemiddeld:

  • 6,2 g CO2/ ton/ km voor maritiem transport
  • 33g CO2/ ton/ km voor spoorvervoer
  • 90g CO2/ ton/ km voor wegtransport
  • 704g CO2/ ton/ km voor luchtvervoer

We nemen opnieuw het voorbeeld van Pakistaanse stof die naar Portugal komt:

  • [Zeetransport Karachi-Porto: 10791km x 6,2gr = 66905gr] + [1900km wegtransport Porto-Antwerpen x90gr = 171000gr] = 237.905gr.
  • Vergeleken met zeetransport van India naar de haven van Antwerpen: 11.882km x 6,2 € = 7.3671 gr.
  • Dus 237.905gr gedeeld door 73.671gr = een 3,22x hogere CO2-impact bij de productie in Portugal met Pakistaanse stof dan bij de productie van een afgewerkt product in India en het rechtstreeks importeren naar Europa. En dan tellen we de extra impact nog niet mee van het transport van productieafval om ruw katoen, garen en stof te importeren.

Zo tonen we met cijfers aan dat het niet ecologischer is om katoenproducten lokaal te maken, in tegenstelling tot wat grote (greenwashing) merken of degenen die simpelweg geen ervaring hebben in de textielsector je willen doen geloven.

Je zou gelijk kunnen hebben om deze cijfers aan te vechten door te zeggen dat het afhangt van de fabrieken, dat het afhangt van de batches, van de oorsprong van het katoen in relatie tot de oorsprong van het garen en de stof, enz … Dat is allemaal waar. Maar… het blijft altijd vervuilender om lokaal een product te produceren dat is gemaakt met een grondstof die van ver wordt geïmporteerd.

In een ideale wereld zouden we allemaal alleen lokale producten van lokale grondstoffen consumeren. En dus geen producten kopen gemaakt van vlas-linnen en hennep die eerst naar China moeten om te worden gespind en dan terug naar hier komen voor de “lokale” productie.

Wie nog minder vervuilend wil zijn, kan ervoor kiezen om helemaal niet gekleed te lopen. Dus naakt aan de oever van een rivier te leven en op de grond in een hut te slapen. 😉

Tot slot nog iets over TRANSPARANTIE en TRACEERBAARHEID, onze stokpaardjes, zoals je weet.

Weten, begrijpen, beheersen. Dat is het belangrijkste. Om LCA-berekeningen (Life Cycle Assessment) te maken, zodat elk merk zijn zorgplicht kan uitvoeren in overeenstemming met de realiteit van zijn activiteiten en erover kan communiceren.
We kunnen op veel plaatsen in de wereld produceren, en het is aan elk merk om te bewijzen dat zijn keuzes niet alleen economisch zijn, maar ook rekening houden met de sociale en milieueffecten. Al de rest is greenwashing. Made in France, Made in Italy, Made in UK, … het betekent niets als er geen transparantie is over alle productiestappen.

We hopen dat het plaatje met deze uitleg iets duidelijker is geworden. We weten dat onze uitleg aan de lange kant was, (sorry!) maar we zijn graag zo volledig mogelijk …

 

Bruno

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *