Niemand hoeft ons nog te overtuigen: de textielindustrie is één van de meest vervuilende industrieën ter wereld. Daarom is het van vitaal belang om de impact van elke productiefase te begrijpen en ervoor te zorgen dat elke fase ethisch en milieuvriendelijk is. In dit artikel kijken we naar de impact van het verven van textiel.
Duurzame productie gaat niet alleen over verantwoorde consumptie: het omvat het hele proces, van het oogsten van grondstoffen tot het transport ervan, inclusief de vervaardiging van stoffen, de behandeling en de productie ervan. De manier waarop je kleding en textiel in het algemeen worden geproduceerd, heeft een aanzienlijke impact op het milieu, de arbeiders en zelfs op jou. Het is ook interessant om het verschil te begrijpen tussen biologische en natuurlijke vezels, een onderwerp dat we in een ander artikel zullen behandelen.
In dit artikel richten we ons op textielkleurstoffen.
De ecologische en sociale impact van het verven van textiel
Voordat het textiel dat je draagt of gebruikt in je favoriete winkel belandt, doorloopt het een aantal fasen. Afhankelijk van het eindproduct en het productieproces zijn deze stappen meer of minder omslachtig en bevatten ze producten die meer of minder schadelijk zijn. Hier zijn de belangrijke punten om te onthouden:
Ten eerste moeten de vezels worden gebleekt. Om dit proces te versnellen, gebruikt de industrie bleekmiddel, chloor of natriumpercarbonaat, dat vervolgens in het water wordt geloosd. Het chloor wordt vervolgens opgenomen door de planten en dieren die het water drinken en komt in het menselijk lichaam terecht. Dit kan een grote invloed hebben op de luchtwegen en de longen, wat kan leiden tot ziekten zoals bronchitis, longontsteking en zelfs longoedeem.
Sommige kleurstoffen bevatten ook zware metalen (chroom, zink, koper en kobalt) die het endocriene systeem kunnen verstoren of zelfs kanker kunnen veroorzaken. Dit verhoogt niet alleen de gezondheidsrisico’s voor de werknemers die dagelijks met deze materialen omgaan, maar ook voor het milieu en voor gebruikers en consumenten. We moeten ook op onze hoede zijn voor ftalaten, een additief dat drukinkt zachter maakt en veel wordt gebruikt in plastisoldruk. Ftalaten zijn verboden in kinderproducten omdat ze hormoonverstorend zijn, dus ze worden ook niet aanbevolen voor volwassenen.
Wat het milieu betreft, is 20% van de watervervuiling in de wereld afkomstig van textiel, voornamelijk door kleurstoffen. In landen als China, waar op grote schaal wordt geverfd, zien we rivieren met onnatuurlijke kleuren: roze, paars of zelfs appelgroen. Bovendien is er voor het verven van elke kilo stof tussen de 80 en 100 liter water nodig. Gezien het feit dat er elk jaar wereldwijd 92 miljoen ton kleding wordt geproduceerd, is de impact op het waterverbruik aanzienlijk.
Deze gezondheids- en milieuproblemen treffen niet alleen de producerende landen, maar ook ons. Overschotten en residuen van de producten die worden gebruikt om textiel te bleken, verven en bedrukken, blijven achter op de stof en worden slechts gedeeltelijk verwijderd tijdens de eerste wasbeurt. Als je je kleren niet reinigt voordat je ze draagt, loop je het risico besmet te raken (in kleinere doses dan werknemers, toegegeven), en je besmet het water en de grond om je heen, wat op zijn beurt weer van invloed is op de producten die je eet, zoals groenten en vlees, waardoor een vicieuze cirkel ontstaat die deels verantwoordelijk is voor de toename van allergieën en ziekten.
Is verven op plantaardige basis de oplossing?
Om zo milieuvriendelijk mogelijk te zijn, lijkt het gebruik van natuurlijke kleurstoffen, met name kleurstoffen op plantaardige basis, de ideale oplossing. Deze methode heeft echter zijn beperkingen: het kan alleen worden toegepast op natuurlijke vezels zoals katoen of wol en is minder duurzaam na verloop van tijd. Bovendien zijn de meeste natuurlijke kleurstoffen niet kwalitatief en bloeden, vervagen en/of verkleuren ze bij wassen, wrijven, daglicht en transpiratie (basisch of zuur).
De beste aanpak is daarom het gebruik van chemische producten die het milieu, de gezondheid van de werknemers en je eigen gezondheid respecteren.
Hoe kun je ervoor zorgen dat je textiel gezond en respectvol is?
Niet iedereen is geïnteresseerd in biologisch katoen. Maar meer mensen zouden zich zorgen maken over waar hun katoen vandaan komt als ze wisten dat het het risico op kanker en endocriene ziekten verhoogt.
Een betrouwbare manier om te controleren of je producten ethisch en ecologisch geproduceerd en geverfd zijn, is vertrouwen op labels. Van de vele bestaande labels raden we vooral de GOTS-certificering aan, erkend als het strengste op de markt. Kalani heeft bijvoorbeeld voor dit label gekozen om de kwaliteit van al haar beddengoed, badlinnen en beddengoed te garanderen. GOTS is de enige standaard die, naast de biologische teelt van katoen en de traceerbaarheid ervan, respect voor het milieu (in de landen waar het geteeld, geproduceerd en gebruikt wordt) en de veiligheid van de menselijke gezondheid garandeert, zowel voor de katoenboeren, de productiemedewerkers als voor de gebruikers.
Er bestaan ook andere keurmerken, zoals OEKO-TEX 100, maar deze zijn minder streng, worden minder gecontroleerd en beperken alleen de gevaarlijkste producten of producten die in Europa verboden zijn door de REACH-norm. Voor meer informatie over het verschil tussen GOTS en OEKO-TEX 100, zie ons artikel over dit onderwerp.
Houd er rekening mee dat de GOTS- en Oeko-Tex 100-logo’s die op een website, verpakking of label zijn aangebracht, alleen geldig zijn als ze de naam van de certificeerder en het licentienummer bevatten, anders kun je er zeker van zijn dat ze nep zijn en dat het merk niet gecertificeerd en dus niet gecontroleerd is.
Conclusie
Je keuze van textielbronnen heeft een aanzienlijke impact op ecologisch en sociaal vlak. We moedigen je daarom aan om te controleren of de merken die je kiest een keurmerk hebben, als bewijs van hun betrokkenheid bij deze cruciale kwesties.